Het Rondeel in Rhenen


Steentijdartefacten van de Neandertaler






Bifaciale vuistbijl uit Rhenen

De Nederlandse steenfabrieken benutten in de meeste gevallen de holocene kleipakketten aan weerszijden van onze grote rivieren. In Rhenen dienden echter pleistocene zandpakketten - oudere sedimenten van dezelfde rivieren - als grondstof. In Rhenen stonden twee steenfabrieken voor de productie van kalkzandsteen: de firma's Vogelzang en Leccius de Ridder. Het benodigde zand werd opgezogen op het terrein van Vogelzang; Leccius de Ridder groef het weg uit de zuidflank van de Grebbeberg. Bovendien werd zo'n zes miljoen m³ gewonnen uit de zandgroeve Kwintelooijen, vijf kilometer noordelijk van de fabrieken gelegen. Bij Kwintelooijen werd het zand uit de noordflank van de Utrechtse Heuvelrug gehaald. Voor de steenbakkerij was slechts het zand bruikbaar, maar als bijvangst werden ter plekke grindpakketten ontsloten en kwamen hoeveelheden grind mee.

Voor dat grind groeide sinds het midden van de jaren zeventig de belangstelling vanuit de archeologie. Pioniers in het onderzoek naar de vroege steentijd waren de amateur-archeologen Wouters en Fransen. Zij publiceerden hun eigen vondsten en die van plaatselijke steentjeszoekers, zoals Leendert Lieuwen uit Rhenen. In 1979 en 1980 voegden zich daarbij de toenmalige Rijks Geologische Dienst (Haarlem) en het Biologisch-Archælogisch Instituut (Groningen), vertegenwoordigd door geoloog Ruegg en archeoloog Stapert.

De archeologen waren geïnteresseerd in de stukken vuursteen met sporen van menselijke bewerking die tussen het grind zaten. De grindafzettingen dateren op hun laatst van kort voor de komst van het landijs en zijn minimaal 180.000 jaar oud. De laag met bewerkte vuursteen lijkt te horen bij het eind van die periode, voordat het landijs Noord-Nederland zou bedekken, stuwwallen vormde en de loop van Rijn en Maas naar het westen zou verleggen. In die tijd gebruikten Neandertalers het in de bedding en op de oevers aanwezige vuursteen als grondstof voor werktuigen. De werktuigen werden op de oever gebruikt voor jacht- en slachtactiviteiten en na gebruik afgedankt. Zo kwamen ze ook weer terecht tussen het grind in de rivier.

De werktuigen werden niet alleen in de groeve verzameld. Verzamelaars als Lieuwen stonden ook bij de stort aan het eind van de lopende band, die bij Vogelzang de gezeefde botten en stenen naar buiten bracht. In de jaren negentig kon de collectie van Lieuwen worden verworven door museum Het Rondeel in Rhenen. In het museum vormen de vondsten nu topstukken in de presentatie van de locale archeologie. Ook enig faunamateriaal is vertegenwoordigd.



Museum Het Rondeel. Kerkstraat 1, 3911 LD Rhenen. Open: Di – Vr 12 - 17 uur, Za 13 - 17 uur