WACKES

 
 

De vuile kwartszandstenen uit het Paleozoicum zijn wackes, dwz het gesteente bevat meer dan 15% matrix. Sommige van deze wacke-niveaus bevatten pebbles. Door de aanwezigheid van een grote hoeveelheid matrix verweren de wackes over het algemeen sneller dan de kwartszandstenen, en vertonen ze een cleavage die in de kwartszandstenen niet ontwikkeld is. In de verwering treden groenige en bruinige kleuren op.

De korrelgrootte verdeling van de samenstellende bestanddelen van de wackes levert een verklaring voor de ontstaanswijze op grond van een aantal alternatieve aannames: (1) bij afzetting was de korrelgrootte verdeling reeds aanwezig, (2) de korrelgrootte verdeling is het gevolg van processen na afzetting (diagenese) waardoor niet stabiele, lithische componenten in fijnkorrelige matrix zijn overgegaan, (3) de korrelgrootte verdeling is het gevolg van mechanische menging van zandige en kleiig/siltige niveaus. In het geval (1) moeten we denken aan afzetting door massaverplaatsing van sediment (b.v. troebelingsstromen); bij (2) is primair sprake van afzetting van kwartszandsteen met lithische componenten, zoals deze vaak voorkomen in zanden met korte transportafstand, als bij voorbeeld onder fluviatiele en deltaische condities; bij (3) is bioturbatie de meest waarschijnlijke oorzaak van de menging. 


 

WACKES

In bovenstaande wacke serie komt de gelaagdheid duidelijk tot uiting door de differentiele erosie tussen de meer en minder zandige niveaus. De gelaagdheid helt volgens de hamersteel. De splijting helt steil naar rechts. De vergentie is in de richting van de punt van de hamer: in die richting bevindt zich de anticline.

In deze opeenvolging van fijne zandsteen en siltsteen is de vergentie naar links. De splijting verloopt licht curvend tussen de lagen; een duidelijk voorbeeld van refractie van de splijting.