Black Canyon of the Gunnison is een stelsel van diepe kloven, gevormd over miljoenen jaren door de Gunnison River in zeer hard, metamorf gesteente dat zo’n 1,8 miljard jaar oud is. De steile, bijna zwarte wanden van de canyon bestaan voornamelijk uit gneis en schist. De meest bekende rotsformatie is de Painted Wall, een bijna 685 meter hoge klif waarin enorme pegmatieten voorkomen. |
Pegmatiet
Pegmatiet (van Latijn: pegma = "schavot" of "boekenkast") is een stollingsgesteente dat bestaat uit zeer grote (meer dan 2,5 cm) kristallen. Pegmatiet is meestal felsisch (zuur, dat wil zeggen het heeft een hoog SiO2 gehalte) en bestaat grotendeels uit de mineralen kwarts, veldspaat en mica. Pegmatieten met een andere samenstelling (intermediair) zijn zeldzaam, in zulke gesteenten kunnen ook de mineralen amfibool, Ca-rijke plagioklaas of pyroxeen voorkomen.
De textuur van pegmatieten wordt wel "pegmatitisch" genoemd en wordt gekenmerkt door zeer grote, euhedrische kristallen. Er zijn in pegmatieten kristallen tot 10 meter groot gevonden, hoewel dergelijke groottes zeldzaam zijn.
Eigenschappen
Pegmatiet vormt lichamen als aders, dikes of lenzen, die meestal niet groter dan enkele honderden meters lang en enkele tientallen meters breed worden, maar meestal kleiner zijn. De korrelgrootte verschilt meestal duidelijk door een pegmatietlichaam: in aders bestaan de middelste "blokkige" gedeelten meestal uit grotere kristallen.
De meeste pegmatieten hebben dezelfde mineralogische samenstelling als graniet, alleen dan met grotere kristallen. Er komen echter ook pegmatieten met de samenstelling van syeniet of gabbro voor. Granitische pegmatieten bevatten veldspaten (microklien, orthoklaas en Na-rijke plagioklaas - albiet), kwarts en zowel donkere (biotiet) als witte (muscoviet) mica. Pegmatiet bevatten vaak relatief zeldzame mineralen als aquamarijn, toermalijn, topaas, fluoriet, apatiet en wolfraam. |
Ontstaan
Pegmatieten vormen tussen de 6 en 8 km diepte in de aardkorst. De uitzonderlijke grootte van de kristallen betekent dat de kristallisatie waarschijnlijk plaatsvond in aanwezigheid van hydrothermale vloeistoffen.
Er zijn twee hypotheses die het ontstaan van pegmatiet verklaren. De meest gangbare hypothese is dat de pegmatiet door het stollen van de laatste (zeer silicarijke) restanten van magma na afloop van kristalfractionatie, die langs breuken of diaklazen in de korst doordringen. Aangezien zulke restmagma's rijk zijn in vluchtige bestanddelen als water, HCl (zoutzuur) en HF (waterstoffluoride), die het magma relatief vloeibaar maken, kan dit de extreme grootte van de kristallen verklaren. Deze hypothese verklaart ook dat pegmatieten vaak relatief zeldzame mineralen bevatten, omdat een restsmelt verrijkt zal zijn in zeldzame elementen, die niet passen (incompatibel zijn) in het kristalrooster van normale mineralen als kwarts, veldspaat en glimmer. (zoals lithium, uranium en zeldzame aarden)
Die zeldzame mineralen bevatten o.a. veel neodymium, onmisbaar in sterke magneten van o.a. windmolens en zweeftreinen. Vandaar dat er nu een wereldwijde jacht op pegmatieten is geopend, want deze elementen zijn cruciaal in de energie transitie.
De andere hypothese is dat pegmatiet ontstaat door metasomatisme, rekristallisatie van een bestaand gesteente (protoliet) onder invloed van hydrothermale vloeistoffen. |