Home
______________________
Scientific Work (English)
______________________
Informatie over mijn onderzoek (Nederlands)
Inleiding
Spanning in de aardkorst
Breuken
Breuken & aardbevingen
Invloed van breuken op het landschap en de loop van
rivieren
Invloed van breuken op het grondwater
Maasterrasafzettingen en de Feldbiss Breuk zone
Geleen Breuk Onderzoekssleuf
Foto's
Feldbiss Breuk Onderzoekssleuf
Foto's
______________________
| |
Geleen breuk onderzoekssleuf
Het onderzoek is uitgevoerd i.s.m.Dr. Dick van der Wateren
(Vrije Universiteit)
Geleen Breuk Onderzoekssleuf Foto Pagina
Hier kun je foto's bekijken en downloaden gemaakt tijdens
het onderzoek |
In het najaar van 1999 heeft de Vrije Universiteit al een sleuf over de
Geleen Breuk laten graven. Het doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in de
structuur van een breuk en een reconstructie te maken van de bewegingsgeschiedenis van de
breuk. Na een uitgebreid vooronderzoek waarbij de ligging van alle breuken van de Feldbiss
breukzone (Heerlerheide, Geleen en Feldbiss breuken) was bepaald, werd voor de eerste
sleuf als lokatie een stuk bouwland op de Graetheide uitgezocht. Dit is wat we zagen in de
sleuf toen de graafmachine klaar was: 
In de wand werden verschillende soorten afzettingen gevonden afkomstig van de Maas
(rivierafzettingen), van lokale oorsprong (zandspoelwaaiers) en windafzettingen (löss).
De interpretatie hieronder is gebaseerd op sedimentologische opnames, grondradar en
boringen in de sleuf. We konden ook een beeld schetsen over de opbouw van de afzettingen
onder de bodem van de sleuf. De ontstaansgeschiedenis van de eenheden (A t/m H) konden
worden achterhaald. .
|
Beschrijving van de eenheden:
Aardwetenschappers beschrijven lagen altijd van oud naar jong. Om het een beetje duidelijk
te houden volgt hier de beschrijving zoals de eenheden in de sleuf worden aangetroffen.
Het beste is om onderaan te beginnen met lezen. |
Eenheid |
Beschrijving |
Eenheid H |
Bovenste gedeelte van de sleufwand. Zandige Loss met een Holocene bodem.
Afgezet tijdens de Laatste IJstijd (Weichsel). |
Eenheid G |
Parrallel gelaagde zandafzetting, zandspoelwaaier. Onstaat doordat het
fijnere gedeelte van de afzettingen uitspoeld op de hoge kant en door afstromend
regenwater aan de lage kant van de breuk weer wordt afgezet. |
Eenheid F |
Gelijk aan eenheid G, alleen is deze afzetting na vorming sterk vervormd
door liquefactie |
Eenheid E |
gelijk aan eenheid D, alleen jonger |
Eenheid D |
Deze eenheid komt vooral voor op de hoge kant van de breuk. De afzetting
wordt naar boven toe steeds fijner en is waarschijnlijk afgezet tijdens perioden van
hoogwater toen de Maas verder naar het westen stroomde. |
Eenheid C2 |
Parrallel gelaagde siltige afzettingen (verspoelde löss). Oorspronkelijk
ook afgezet op de hoge kant van de breuk, maar van die kant afgegleden naar de lage kant
(slumping). |
Eenheid C1 |
Gelijk aan eenheid C2, alleen deze eenheid ligt nog op de plaats waar het
oorspronkelijk is afgezet, beneden de breuk. |
Eenheid C0 |
Puinwaaier, na een aardbeving onstaat er een helling in het terrein waarna
er materiaal vanaf de hoge kant naar de lage kant wordt
verplaatst. |
Eenheid B |
Zelfde als A, maar nu is de vorm van de geulen waardoor het water stroomde
nog zichtbaar. Deze eenheid komt aan de NE kant op ongeveer 3 meter diepte onder de bodem
van de sleuf voor. |
Eenheid A |
Rivierafzettingen van de Maas, uit de voorlaatste IJstijd (Saale). De Maas
heeft hier gestroomd en grind en grof zand afgezet. |
Beschrijving van de breukzone
De breuk bestaat uit een 25 cm brede zone, die ongeveer 80 graden naar het noordoosten
(NNO) helt. De breukzone wordt naar boven toe breder en vertakt zich in een aantal
kleinere breukjes.
In de afzettingen rond de breuk zijn verschijnselen aangetroffen die bewijzen dat de grond
heeft getrild (tijdens een aarbeving): liquefactie en slumping.
Ten minste drie perioden van breukactiviteit
Na een uitgebreide analyse van de breukzone hebben we vast kunnen stellen dat de breuk
drie keer bewogen heeft. Het verplaatsen van eenheid B (wel 2.5 meter!) is de eerste keer.
Het is onduidelijk of dit in één keer is gebeurd, gepaard met een aardbeving of dat de
verplaatsing een optelsom is van meerdere aardbevingen. Ook is het mogelijk dat deze
verplaatsing helemaal niet het gevolg is van aardbevingen maar van een langzame beweging
("creep" genoemd, kruip in het Engels) langs het breukvlak. Waarschijnlijk is
het een combinatie van deze twee creep en aardbevingen.Het verzet (de verplaatsing) van
eenheden D en E is kleiner, ongeveer 80 cm. De laatste echte verplaatsing langs de breuk
is te zien in eenheid F, een verzet van ongeveer 30 cm. |
Liquefactie

Liquefactie is het verschijnsel dat door het trillen van de grond (bijvoorbeeld door een
aardbeving) fijn zand of silt dat met water verzadigd is, zich als een vloeistof (liquid)
gaat gedragen. Dit is te vergelijken met iets wat je vast wel kent: als je op het strand
lichtjes met je voet op de grond stampt, wordt het zand
blubber. Hetzelfde gebeurt als de grond trilt,door bijvoorbeeld een aardbeving. Het
vloeibare zand spuit dan omhoog en breekt door de bovenliggende lagen heen. Gangen
waardoor zand omhoog is gespoten vinden we ook terug in de wand. Op de foto hebben we deze
gangen getekend, de cijfers geven aan in welke volgorde welke gang is gebruikt. Blijkbaar
maakt een liquefact vaker gebruik van dezelfde zwakte zones in de grond.
Omdat er materiaal (zand) verdwijnt uit bepaalde niveaus ontstaat daar ruimte en
storten de bovenliggende lagen een beetje in. Dit kunnen we zien door de
rekbreukjes die aanwezig zijn. Meer over liquefactie vind je
op volgende site.

Na de aardbeving van Roermond werd dit verschijnsel ook waargenomen. In een akker
werden molshopen gevonden, het gevolg van het omhoog "spuiten" van zand uit de
ondergrond.
Foto rechts is afkomstig van de KNMI site (bron foto (4))
Op de Geleen Breuk Onderzoekssleuf Foto Pagina kan je de
foto's en vele anderen goed bekijken
|
Slumping (massa-beweging)

Tijdens een aardbeving beweegt de grond en kan er een helling in het terrein ontstaan. Als
een soort lawine van aarde kan dan een laag langs deze helling van de hoge kant van de
breuk afglijden. Hierdoor ontstaan aan de lage kant allerlei ingewikkelde plooiachtige
vormen in de afzetting. Als je de foto's goed bekijkt kun je plooien herkennen die over
elkaar heen zijn geschoven. ook kleine (opschuiving) breukjes ijn zichtbaar. Op de tweede
foto zijn twee plooien met zwart ingetekend. Dat is ook op
deze plek gebeurd, een laag door de rivier herwerkte löss (eenheid C1) is als één
geheel van de hoge kant naar de lage kant van de breuk afgegleden. Dit proces is
waarschijnlijk een beetje extra op gang geholpen door het klimaat. Tijdens de IJstijden
was de bodem in Nederland vaak continu bevroren (premafrost). In de zomer of tijdens een
beetje warmere perioden, ontdooide de bovenlaag. Daardoor ontstaat een met water
verzadigde top op een bevroren ondergrond. Dit maakt het afglijden
nog een stukje eenvoudiger. Op de Geleen Breuk Onderzoekssleuf
Foto Pagina kan je de foto's en vele anderen goed bekijken
|
|